De na-oorlogse jaren
In de oorlogsjaren hebben de gilden hun activiteiten tot een minimum moeten beperken, maar als de bevrijding in 1945 in Nederland een feit is, worden de gilden zowel individueel als in Kring- en Federatieverband geactiveerd. Veel gildebroeders nemen op 28 oktober 1945 in Waalre deel aan de manifestatie ter herdenking van de Brabantse gesneuvelden. De toetreding van gilden, door de oorlogsjaren tijdelijk tot stilstand gebracht, komt door de inzet van de Kring weer op gang. In 1952 zijn er 49 gilden lid. In deze periode nemen de gilden van Kempenland onder andere ook deel aan het 50-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina in Amsterdam, de ontvangst van koningin Juliana bij haar eerste officiële bezoek aan Noord-Brabant en de opening van het ‘hoogspoor’ in Eindhoven.
In 1955 werd in Eindhoven een ‘Landjuweel’ georganiseerd. Dit geweldige feest heeft vele buitenstaanders overdonderd en een onvergetelijke indruk nagelaten. Veel wat men toen meemaakte, vond men later terug op de Kringdagen, Landjuwelen en andere gilde-manifestaties. De gilden kregen weer belangstelling voor hun overgeërfde materiële en geestelijke schatten. Zo herleefden bijvoorbeeld de gebruiken: het ‘openen van de vergadering met de christelijke groet’, het ‘afleggen van de gelofte van trouw met de hand op het vaandel bij intrede’ en het ‘driemaal om de boom gaan bij Koningschieten’. Ook werden nieuwe elementen ingevoerd zoals de ‘massale opmars’ en de ‘massale vendelgroet’.
De gilden traden uit de anonimiteit en dit uitte zich onder andere in de vele optredens buiten gildekringen zoals in 1957 tijdens het artsencongres, de viering 600 jaar stad Hoorn, de Brabantse dag in Amsterdam, een demonstratie op de golfclub in Valkenswaard, de wereldtentoonstelling in Brussel etc. Deze optredens namen zo’n omvang aan dat men vreesde voor commercialisering der gilde-optredens. Maar na deze stormachtige aanloopfase wisten de gilden tenslotte toch normen te hanteren om deze optredens binnen de perken van de gildegedachte te houden.